In 1999 brak een ophanging van de klok af door roest. De klok hing scheef en kon niet meer geluid worden. De toenmalige gemeente Oostburg had geen geld voor reparatie. Rinie Smit en Bram Nortier togen daarom aan het werk. Dit is hun relaas:

De verticale steunen heb ik (Rinie) indertijd gemaakt bij Trako, tegenwoordig Gruva. Materiaal en verzinkwerk gesponsord door Trako. Om de oude steunen te demonteren moesten de bovenste bouten losgedraaid worden. Samen met Bram heb ik dat gedaan. Omdat de bouten zwaar verroest waren, was het niet mogelijk om ze los te draaien. Vanwege de beperkte ruimte was zagen of slijpen ook geen optie. Er bleef dus nog één mogelijkheid over: net zolang vaster trekken tot de bout brak!
Hangend met de bovenarmen op de houten balk viel dit niet mee. Je kon beter maar niet door de galmgaten naar beneden kijken met bengelende beentjes. Na wat getrek, gezweet en gekreun braken ze één voor één af. Eén van de vier steunen was nagenoeg doorgerot. We waren dus net op tijd met de reparatie.In eerste instantie waren we eigenlijk naar boven geklommen omdat de klok niet meer te luiden viel. Aan de klok zitten een soort oren waaraan ze met twee stalen stroppen wordt opgehangen in de klokkenstoel. Het doorroesten van één van deze stroppen zorgde ervoor dat de klok scheef hing. Hierdoor was tijdens het luiden een plank van de zoldering geraakt en losgekomen. De klok werd hierdoor geblokkeerd.
Dit kwam op een zeer ongelukkig moment, omdat enkele dagen later een dorpsgenoot begraven zou worden. De naaste familie zou het bijzonder op prijs stellen als de klok geluid wordt.
Om die reden zijn Bram en ik naar boven gegaan. We besloten om de klok tijdelijk zo goed mogelijk vast te sjorren met een spanband in de hoop dat deze lang genoeg zou houden. De oplossing was voldoende geweest; de spanband was op een haar na doorgesleten! Gelukkig hadden we dit voor de begrafenis op deze provisorische manier kunnen oplossen, de definitieve reparatie duurde iets langer. Er werden nieuwe stroppen aangebracht en de verroeste steunen door verzinkte vervangen. Al met al hebben we redelijk wat uurtjes boven doorgebracht, ondertussen genietend van het mooie uitzicht. Tijdens het ophangen en vastdraaien van de steunen schoot op een gegeven moment een ringsleutel 18-19 uit mijn handen. Natuurlijk was er plaats genoeg naast het zoldertje, dus verdween de sleutel uit het zicht. Nu is de toren niet zo heel hoog maar we hoorden de sleutel wel heel erg snel ergens op vallen. Op het kerkepad zagen we de sleutel nergens en ook op het gras zochten we tevergeefs. Nu was het niet dat het een dure sleutel was, maar een mens kan het altijd slecht verdragen om iets niet terug te kunnen vinden. Dus keken we nog eens goed naar beneden. Een goot hing er niet aan de toren, dus daar kon ie niet liggen. De sleutel leek opgelost in het niets, totdat Bram's blik viel op het kleine randje achter de “6” van de wijzerplaat. Daar lag iets te blinken. Omdat we allebei een beetje hoogtevrees hebben zagen we het niet zitten om even aan een touwtje naar beneden te gaan, maar toch moest dat ding terugkomen! Na een tijdje knutselen met een lange bamboestok en wat ijzerdraad lukte het uiteindelijk toch om de sleutel op te vissen.
"Al met al “een schôôn kerwei a’t hebeurt is”.


Bron:
Rini Smit